Podric logo
Podcast
Slimmer Presteren Podcast

Slimmer Presteren Podcast

Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen

Over sport, onderzoek en innovatie. Jouw wekelijkse kop koffie met wetenschapsjournalist Jurgen van Teeffelen en middle-aged-man-in-lycra Gerrit Heijkoop. Voor mensen die hun grenzen willen verleggen, maar daarbij de grens tussen 'onzin' en 'zinvol' niet uit het oog willen verliezen.

Lees meer
Afleveringen
Podcast: Hardlopen zonder blessures: de nieuwste tips uit de wetenschap

Hardlopen zonder blessures: de nieuwste tips uit de wetenschap

Dit is de 248e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hardlopen zonder blessures: de nieuwste tips uit de wetenschapINLEIDING:Waarom komt die hardloopblessure altijd op het moment dat je net lekker in een ritme zit? In de aflevering van deze week duiken Gerrit en Jurgen in nieuwe lopersstudies die eindelijk laten zien waar het écht misgaat.Plotselinge piekweken, schoenen die stiekem hun demping verliezen en herstel dat je vaker overslaat dan je denkt. Sportarts Guido Vroemen laat horen welke signalen lopers voortdurend missen en hoe je jezelf veel ellende kunt besparen.Wil je hardloopblessures voorkomen en weer met vertrouwen trainen? Dan is dit jouw aflevering.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat is de belangrijkste reden dat hardlopers toch geblesseerd raken, zelfs als ze rustig trainen?Veel blessures ontstaan niet door hoe veel je loopt, maar door hoe snel je belasting verandert. Een rustige week gevolgd door een stevige duurloop of een plotselinge toename van kilometers voelt logisch, maar je lichaam ervaart het als een piekbelasting. Pezen en spieren reageren trager dan je motivatie en hebben tijd nodig om belastbaarheid op te bouwen. Door weekvolumes geleidelijk te verhogen en grote schommelingen te vermijden, verklein je het blessurerisico al aanzienlijk. 2. Hoe herken je vroege signalen van overbelasting voordat het een echte blessure wordt?Het lichaam fluistert altijd eerst. Lichte stijfheid die langer blijft hangen dan normaal, een plek die de tweede dag gevoeliger is dan de eerste of een herhalend zeurend gevoel tijdens rustige trainingen zijn belangrijke signalen. Als je merkt dat je loopritme verandert om iets te ontzien is dat een teken om rustiger te lopen of een alternatieve training te doen. Vroege herkenning voorkomt dat een klein signaal verandert in weken herstel. 3. Helpt het om schoenen te wisselen om hardloopblessures te voorkomen?Ja, afwisseling blijkt een sterke beschermende factor. Uit recente studies blijkt dat lopers die twee of drie paar schoenen door elkaar gebruiken minder blessures ontwikkelen. De reden is eenvoudig: elke schoen belast je voeten en pezen net anders, waardoor de belasting zich beter verdeelt. Let vooral op het gevoel van demping. Zodra een schoen platter aanvoelt of minder responsief lijkt, is dat een beter signaal dan het aantal kilometers dat erop staat. 4. Wat zeggen de nieuwste onderzoeken over een veilige trainingsopbouw?Data uit grote lopersgroepen laten zien dat rigide formules zoals de acute chronische verhouding onvoldoende voorspellen hoe een lichaam reageert op training. Het draait om een stabiel ritme in je weekvolume, een duidelijke afwisseling tussen intensiteit en herstel en een voorkeurslijn die je per week iets omhoog tilt. Hardloopblessures voorkom je vooral door consistentie. Kleine stappen leveren meer op dan scherpe sprongen vooruit. 5. Is ouder worden echt een grotere risicofactor voor hardloopblessures?Leeftijd op zichzelf is minder bepalend dan vaak wordt gedacht. De echte invloed zit in hoeveel je beweegt. Wie ouder wordt en minder actief is verliest belastbaarheid, en dat voel je sneller tijdens het lopen. Regelmatig bewegen en voldoende herstelmomenten houden het lichaam robuust. Veel vijftigplussers die wekelijks trainen ervaren minder blessurerisico dan dertigers die onregelmatig lopen. 6. Wat raadt sportarts Guido Vroemen aan om blessures te voorkomen tijdens opbouw naar een evenement?Guido kijkt vooral naar het totale weekvolume. Dat...
Podcast: Hoe win je een virtuele koers? Over het geheim van racen op Zwift met Bob Dickhoff

Hoe win je een virtuele koers? Over het geheim van racen op Zwift met Bob Dickhoff

Dit is de 247e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hoe win je een virtuele koers? Over het geheim van racen op Zwift met Bob DickhoffINLEIDING:Iedereen kan trappen, maar niet iedereen weet hoe je een Zwift race echt wint.In de aflevering van deze week laat Bob Dickhoff zien welke racegeheimen recreanten over het hoofd zien. Van de harde start tot de kunst van perfecte timing.Je hoort hoe ervaren Zwifters hun power-ups bewaren, hoe ze het peloton lezen en hoe ze rust creëren in een race die nooit stilvalt.Als je ooit het gevoel had dat je sterker bent dan je uitslagen laten zien, dan is dit de aflevering die je nodig hebt.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom is de start van een Zwift race zo bepalend voor je kansen op winst?De start van een Zwift race voelt intens, maar dat is precies waarom hij zo belangrijk is. Zwift reageert direct op vermogen en het peloton zit binnen seconden op snelheid. Wie dan nog rustig opbouwt, verliest direct de aansluiting. Een goede start betekent dat je al vóór het aftellen hoog in je vermogen zit. Zo val je meteen in de groep en kun je daarna pas stabiliseren. Zonder die aansluiting wordt winnen praktisch onmogelijk.2. Hoe bepaal je in welke Zwift categorie jij het beste kunt racen?Categorieën op Zwift zijn bedoeld om races eerlijk en uitdagend te houden. Zwift kijkt steeds vaker naar je vermogen over langere tijd, waardoor je eigen vermogensprofiel goed laat zien waar je hoort. In een te hoge categorie rijd je steeds op de limiet. In een te lage categorie word je teruggezet. De juiste categorie is de plek waar jij tactisch kunt racen, kunt reageren op versnellingen en een sprint kunt voorbereiden. Pas dan kun je groeien richting winst.3. Welke power-ups zijn het meest effectief om een Zwift race te winnen?De Aero Boost, Feather en Draft leveren het meeste voordeel op. De Aero is ideaal voor een sprint of een snelle groep. De Feather helpt op steile hellingen of korte versnellingen. De Draft werkt goed wanneer het peloton langgerekt is en het vermogen piekt. Het echte verschil zit in de timing. Met een goed geplaatste power-up overleef je kritieke fases en houd je energie over voor de finale. Slimme inzet van power-ups is vaak een belangrijk onderdeel van winnen.4. Hoe ga je om met de constante tempowisselingen in Zwift races?Zwift kent weinig echte rust. De koers beweegt voortdurend en kleine versnellingen kunnen grote gevolgen hebben. Renners die winnen reageren niet op elke piek maar op het ritme van het peloton. Ze schakelen snel en blijven rustig wanneer het tempo even oploopt. Door vaker te racen leer je herkennen wanneer een versnelling slechts een rimpel is en wanneer je echt moet reageren. Dat inzicht maakt dat je je inspanning beter verdeelt en minder energie verspilt.5. Waarom geeft parcourskennis zo veel voordeel in Zwift races?Veel routes op Zwift keren terug in vaste leagues en series. Daardoor ontstaan herkenbare patronen: punten waar het peloton breekt, stukken waar je kunt herstellen en segmenten waar iedereen versnelt. Wie de route kent racet met meer overzicht. Je spaart energie op de juiste momenten en je anticipeert op plekken die bepalend zijn voor de uitslag. Bob ziet dat sterke renners vaak niet harder trappen, maar beter voorspellen wat er komt. Dat geeft rust én controle.6. Hoe word je structureel beter in Zwift racen?Beter worden vraagt regelmaat, inzicht en feedback. Wie vaker met dezelfde groep rijdt ziet sneller wat werkt. De Slimmer Presteren Club op Zwift is daar ideaal voor. Je traint samen op je eigen niveau en ervaart hoe Zwift...
Podcast: Help mee aan een actieve start van de schooldag volgens de ASM Masters of Movement

Help mee aan een actieve start van de schooldag volgens de ASM Masters of Movement

Dit is de 246e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Help mee aan een actieve start van de schooldag volgens de ASM Masters of MovementINLEIDING:Waarom beginnen zoveel kinderen hun schooldag zittend in plaats van bewegend? In de aflevering van deze week duiken Gerrit en Jurgen in de wereld van de ASM Masters of Movement, waar onderzoekers en praktijkexperts laten zien hoe groot de winst is wanneer kinderen weer actief naar school gaan.De inzichten van Geert Savelsbergh, Pim Koolwijk en Myrthe Heijnen maken duidelijk dat beweging vóór school motoriek, veiligheid en concentratie versterkt.Clubs en ouders spelen daarin een grote rol en veel zorgen over veiligheid blijken vooral het gevolg van gebrek aan oefening. Dit verhaal gaat niet alleen over kinderen maar ook over ons eigen gedrag. Wie zelf actief beweegt maakt de weg vrij voor een nieuwe norm.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat levert een actieve start van de schooldag op voor de concentratie van kinderen?Geert Savelsbergh laat in zijn onderzoek zien dat bewegen vóór school direct invloed heeft op hoe kinderen leren. Door te lopen, fietsen of steppen wordt het brein actiever en kunnen kinderen zich beter focussen zodra ze de klas binnenstappen. Het lichaam krijgt een natuurlijke opwarming, de bloedcirculatie komt op gang en kinderen voelen zich alerter. Het effect is voelbaar in hun gedrag en zichtbaar in hun resultaten. Een actieve route naar school wordt zo een dagelijkse investering in leerprestaties.2. Waarom zijn fundamentele motorische vaardigheden zo belangrijk om mee te kunnen doen op school en in sport?Pim Koolwijk benadrukt dat kinderen pas echt plezier ervaren in sport en spel wanneer hun lichaam kan wat de situatie vraagt. Draaien, springen, remmen en balanceren vormen de basis waarop alle andere vaardigheden worden gebouwd. Zijn onderzoek laat zien dat kinderen die deze basis missen sneller afhaken, soms uit schaamte, soms uit frustratie. Door variatie in beweging aan te bieden, bijvoorbeeld via fietsen, steppen of spelen buiten, groeit hun motoriek en daarmee hun zelfvertrouwen.3. Wat zijn de grootste misverstanden over veiligheid wanneer kinderen zelfstandig naar school fietsen?Myrthe Heijnen ziet dat veel ouders denken dat verkeer te gevaarlijk is, terwijl de meeste ongelukken ontstaan door gebrek aan fietsvaardigheid. Kinderen leren risico’s inschatten door te oefenen, niet door vervoerd te worden. Ze benadrukt dat veel ‘gevaar’ ontstaat uit onervarenheid, afleiding of onhandigheid, niet uit drukte op de weg. Wie stap voor stap ervaring opbouwt, helpt kinderen juist veiliger te worden. De weg mijden neemt het risico niet weg, maar verlaagt vaardigheid.4. Hoe ga je om met de extra risico’s die tieners lopen op e-bikes en fatbikes?Volgens Myrthe vraagt de hogere snelheid van e-bikes om extra stuurvaardigheid en bewustzijn. Tieners hebben vaak minder rijervaring terwijl ze tegelijk sneller rijden en elkaar soms onder druk zetten om tempo te maken. De oplossing ligt niet in verbieden, maar in begeleiden. Oefenen in sturen, remmen en inschatten helpt kinderen om controle te houden wanneer het snel gaat. Door samen routes te verkennen en te praten over risicosituaties bouw je aan veilige zelfstandigheid.5. Hoe kunnen ouders zelf bijdragen aan een actievere route naar school zonder dat het extra tijd kost?Veel ouders denken dat actief naar school gaan tijdrovend is, terwijl kleine keuzes al veel verschil maken. Een blokje om lopen naar de bakker, de fiets pakken voor korte ritten of een vaste loop- of fietsdag invoeren creëert routine. Wie zelf actief naar werk of sport gaat geeft bovendien een...
Podcast: Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte Koopmans

Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte Koopmans

Dit is de 244e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte KoopmansINLEIDING:Hoe blijf je sterk, fit en herstellend, ook als je ouder wordt? In de aflevering van deze week praten Gerrit en Jurgen met arts-onderzoeker Lotte Koopmans, die promoveerde op het effect van verschillende eiwitbronnen bij actieve ouderen.Ze deelt haar bevindingen over melkeiwit, erwteiwit en meelwormeiwit, en wat deze alternatieve eiwitbronnen kunnen betekenen voor spierherstel, voeding en duurzaamheid. Een gesprek over wetenschap, smaak en gewoontes, dat laat zien hoe slim eten bijdraagt aan gezond presteren op elke leeftijd.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom hebben ouderen eigenlijk meer eiwit nodig dan jongeren?Ouder worden gaat vaak gepaard met een verminderde gevoeligheid van de spieren voor eiwit, ook wel anabole resistentie genoemd. Dat betekent dat het lichaam minder efficiënt reageert op voeding en training. Volgens Lotte Koopmans helpt het om de eiwitinname te verhogen naar ongeveer 1 tot 1,2 gram per kilo lichaamsgewicht per dag. Voldoende eiwit zorgt ervoor dat spieren sterk blijven en dat herstel na inspanning sneller verloopt.2. Wat verstaan we precies onder ‘alternatieve eiwitbronnen’?Daarmee bedoelen onderzoekers alle eiwitten die niet uit traditionele dierlijke producten komen, zoals melk of vlees. Denk aan plantaardige bronnen zoals peulvruchten en erwten, maar ook aan innovatieve varianten zoals insecteneiwit. Lotte benadrukt dat deze alternatieve eiwitbronnen niet per se minderwaardig zijn: ze kunnen vergelijkbare aminozuren bevatten, maar vragen soms een iets hogere inname om hetzelfde effect te bereiken.3. Zijn alternatieve eiwitbronnen geschikt voor sporters?Zeker, zegt Lotte, zolang de totale eiwitinname op orde is en de kwaliteit van de bron goed is. Melkeiwit blijft de referentie, maar een combinatie van dierlijke en plantaardige eiwitten werkt prima. Wie bewust kiest voor duurzaamheid, kan gerust variëren met erwten, soja of zelfs meelwormeiwit. Het belangrijkste is dat het product goed verdragen wordt en geen maag- of darmklachten geeft, iets wat bij nieuwe eiwitvormen soms voorkomt.4. Helpt meer eiwit ook om spierpijn te voorkomen?Niet direct, legt Lotte uit. Spierpijn en spierschade zijn niet hetzelfde. Eiwit helpt bij herstel van weefsel, maar voorkomt de tijdelijke stijfheid die hoort bij training niet volledig. 5. Zijn eiwitsupplementen nuttig, of kun je beter gewoon eten?De meeste mensen halen genoeg eiwit uit gewone voeding. Lotte ziet supplementen vooral als handig hulpmiddel als je te weinig binnenkrijgt via maaltijden. Ouderen geven vaak de voorkeur aan volwaardige voeding boven shakes of poeders. Daarom werkt onderzoek nu aan producten waarin alternatieve eiwitbronnen verwerkt zijn, zoals brood of soep met extra eiwit. Dat is praktischer, smakelijker en beter vol te houden.6. Wat kunnen jongere sporters leren van dit onderzoek bij ouderen?Volgens Lotte laat het onderzoek vooral zien hoe belangrijk consistentie is. Spieren reageren op prikkel en voeding, ongeacht leeftijd. Wie goed traint, gevarieerd eet en voldoende eiwit neemt, blijft sterk en herstelt sneller. Alternatieve eiwitbronnen kunnen daarbij helpen, zeker als je bewust met duurzaamheid bezig bent. Ouderen laten zien dat spierkracht te behouden is, zolang je blijft bewegen en slim eet.Handige bronnen en links:Link naar het proefschrift van Lotte:
Podcast: Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?

Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?

Dit is de 243e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?INLEIDING:Na een blessure of een drukke periode voelt het vaak alsof je helemaal opnieuw moet beginnen. Maar je spieren denken daar anders over. In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over spiergeheugen: het vermogen van je lichaam om eerdere trainingsarbeid te “onthouden”.Samen met sportarts Guido Vroemen ontrafelen ze hoe kracht en vorm sneller terugkomen dan je verwacht, en wat dat betekent voor de manier waarop je na rust weer opbouwt. Een aflevering vol inzichten die je helpen slimmer, rustiger en met meer vertrouwen te trainen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Hoe snel verlies je kracht en conditie als je stopt met trainen?Na een week of twee zonder training begint het lichaam merkbaar te veranderen. Je verliest wat uithoudingsvermogen en spierkracht, maar het gaat langzamer dan veel sporters denken. Jurgen legt uit dat spiervezels kleiner worden, maar de celkernen blijven behouden. Daardoor kan de spier bij hervatten sneller herstellen. Volgens Guido zien sporters na een rustperiode vaak binnen twee tot drie weken alweer duidelijke vooruitgang.2. Bestaat spiergeheugen echt of is het een mythe?Spiergeheugen bestaat echt, maar het is geen geheugen zoals in je hoofd. Het zit in de structuur van de spiercellen. Eerdere training laat sporen achter in de vorm van extra celkernen en epigenetische veranderingen. Daardoor reageren spieren sneller als je opnieuw begint te trainen. Guido merkt dat sporters die ooit goed getraind waren, veel sneller terug op niveau komen dan nieuwkomers, zelfs na maanden pauze.3. Hoe lang blijft dat spiergeheugen actief?Dat verschilt per persoon en per trainingsvorm. Studies laten zien dat spiergeheugen maanden tot zelfs jaren kan blijven bestaan. Jurgen vertelt dat de extra celkernen waarschijnlijk levenslang aanwezig blijven, terwijl de epigenetische aanpassingen langzaam vervagen. In de praktijk betekent dat: hoe langer en consistenter je hebt getraind, hoe sterker en duurzamer het geheugen. Guido ziet dat ervaren sporters zelfs na een lange blessureperiode opvallend snel herstellen.4. Geldt spiergeheugen alleen voor krachttraining, of ook voor duursporten?De sterkste bewijzen zijn gevonden bij krachttraining, waar spiercelstructuur en -volume belangrijk zijn. Bij duursport werkt spiergeheugen indirect: je lichaam herinnert zich het bewegingspatroon, de efficiëntie en de mentale prikkels. Daardoor voelt een herstart vaak sneller vertrouwd. Guido benadrukt dat ervaren lopers en fietsers na rust minder last hebben van techniekverlies, maar wel voorzichtig moeten zijn met belasting op pezen en gewrichten.5. Hoe kun je het spiergeheugen slim benutten bij een herstart?Volgens Guido is geduld de sleutel. Begin met lichte belasting en kortere trainingen, zodat je lichaam kan wennen. Spiergeheugen helpt vooral als je de heropbouw geleidelijk doet. Overhaasten heeft geen zin: pezen en banden moeten meekomen. Jurgen vult aan dat variatie helpt om het geheugen te “activeren”; afwisselen tussen kracht, tempo en techniek zorgt voor een snellere terugkeer van vorm. Consistentie is belangrijker dan intensiteit.6. Wat betekent spiergeheugen voor sporters die even rust moeten nemen?Voor wie door vakantie, werk of een blessure minder traint, is het geruststellend om te weten dat spiergeheugen sporters helpt sneller te herstellen. Guido adviseert om rustperiodes niet te zien als verlies, maar als onderdeel van een langere cyclus.
Podcast: Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

Dit is de 242e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?INLEIDING:Kan vloeken tijdens het sporten je prestatie verbeteren, of is het vooral een manier om frustratie kwijt te raken? In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over vloeken en sportprestatie, en de kracht van taal in sport.We praten met taboestrijder Filip de Groeve over waarom een vloekwoord zoveel impact heeft op je lichaam, en met sportarts Guido Vroemen over hoe woorden pijn, motivatie en prestatie beïnvloeden.Het resultaat is een verrassend kijkje in de psychologie van pijn, emotie en zelfspraak, met praktische inzichten voor iedereen die zichzelf weleens tot het uiterste pusht.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Helpt vloeken echt om beter te presteren tijdens het sporten?Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vloeken tijdelijk kan helpen om beter te presteren, vooral bij korte, krachtige inspanningen. Het verhoogt de hartslag, onderdrukt pijn en activeert het zenuwstelsel, waardoor je net iets dieper in je reserves kunt tasten. Het effect is vooral merkbaar bij sprinten, gewichtheffen of korte tests. Bij duursport is het verschil minimaal. Vloeken is dus geen wondermiddel, maar kan als emotionele ontlading wel bijdragen aan een betere sportprestatie.2. Waarom werkt een vloekwoord beter dan een verzonnen krachtterm?Volgens taboestrijder Filip de Groeve zit de kracht van een vloek in de emotionele lading. Omdat taboewoorden vaak verboden waren in onze jeugd, zijn ze diep in ons brein verankerd. Ze roepen daardoor een fysieke reactie op die verzonnen woorden niet teweegbrengen. Een echt vloekwoord triggert emoties, spanning en adrenaline, terwijl een ‘nepwoord’ dat niet doet. Het effect van vloeken op sportprestatie is dus niet rationeel, maar biologisch en emotioneel.3. Kun je vloeken bewust inzetten als strategie tijdens inspanning?Niet echt, zeggen Gerrit en Jurgen. De kracht van vloeken zit juist in de spontaniteit. Wie probeert te vloeken omdat het “zou moeten helpen”, mist de oprechte emotie die het effect veroorzaakt. Bovendien treedt gewenning op als je het te vaak doet. De beste resultaten zie je bij sporters die uit pure frustratie of pijn een vloek laten ontsnappen. Zodra het een trucje wordt, is het effect verdwenen.4. Zijn er alternatieven voor sporters die niet willen vloeken?Absoluut. Muziek met een stevige beat of zelfs expliciete teksten kan een vergelijkbare reactie oproepen. Het verhoogt de motivatie en maakt pijn draaglijker. Ook positieve self-talk en aanmoediging van teamgenoten werken goed. Uit recent onderzoek blijkt dat sporters die verbaal werden aangemoedigd tijdens een test beter presteerden dan sporters die in stilte moesten doorgaan. Uiteindelijk draait het om taal, emotie en ritme: woorden hebben kracht, ook zonder vloeken.5. Wat vindt Guido Vroemen van vloeken in de sportpraktijk?Guido ziet regelmatig dat sporters vloeken tijdens zware inspanningstesten. Hij begrijpt dat mechanisme: een krachtterm kan helpen om pijn of frustratie los te laten. Zolang het niet respectloos is, ziet hij het als een natuurlijke reactie. Guido benadrukt wel dat het niet om het woord zelf gaat, maar om de emotie erachter. Wie die energie positief weet te gebruiken, haalt er het meeste voordeel uit.6. Wat is de belangrijkste les uit deze aflevering?Vloeken kan tijdelijk helpen om door pijn en vermoeidheid heen te breken, maar het is geen structurele prestatieverbeteraar. De sleutel ligt in hoe taal en emotie samenwerken. Of je nu vloekt, zingt...
Podcast: Slimmer presteren met extra vitamine C: zinvol of onzin?

Slimmer presteren met extra vitamine C: zinvol of onzin?

Dit is de 241e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met extra vitamine C: zinvol of onzin?INLEIDING:De R is weer in de maand en dat betekent: koude trainingen, snotterende teamgenoten en de verleiding om naar een vitaminepil te grijpen. Maar helpt dat echt tegen verkoudheid? Of zelfs bij het trainen?In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen de relatie tussen vitamine C en sportprestaties. Wat doet het in je lichaam en hoe verhouden de beloftes zich tot de wetenschap? Sportarts Guido Vroemen vertelt hoe hij kijkt naar supplementengebruik in de winter, terwijl Jurgen uitlegt waarom te veel vitamine C juist de trainingseffecten kan afremmen.Een nuchter gesprek over weerstand, herstel en slim doseren, met inzichten waar iedere sporter wat aan heeft.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat doet vitamine C eigenlijk in je lichaam?Vitamine C speelt een sleutelrol in verschillende processen. Het ondersteunt de vorming van bindweefsel en collageen, helpt bij de opname van ijzer en is betrokken bij de aanmaak van adrenaline. Daarnaast werkt het als antioxidant en beschermt het cellen tegen oxidatieve stress die bij inspanning vrijkomt. Jurgen legt uit dat deze antioxidatieve werking belangrijk is, maar dat een te hoge inname juist het natuurlijke aanpassingsproces van spieren kan verstoren.2. Is het zinvol om als sporter extra vitamine C te slikken?Volgens Guido Vroemen is dat zelden nodig voor wie gezond en gevarieerd eet. “Een sporter die goed eet, krijgt meestal genoeg binnen,” zegt hij. Alleen in de winter of tijdens intensieve trainingsperiodes kan een lage dosis tijdelijk nuttig zijn om de weerstand te ondersteunen. Guido benadrukt dat langdurig of hoogdoseren niet verstandig is. “Een beetje bijslikken is prima, maar structureel veel slikken heeft geen meerwaarde.”3. Helpt vitamine C echt tegen verkoudheid?De meeste mensen merken weinig verschil, blijkt uit wetenschappelijke analyses. Toch lijkt het voor sporters anders te liggen. Bij marathonlopers, skiërs en soldaten die onder koude omstandigheden trainden, werd een kleiner risico op verkoudheid gevonden bij extra inname van vitamine C. Guido herkent dat beeld: “Wie zwaar traint in de winter, kan met een bescheiden dosis iets extra’s doen voor de weerstand.” Maar hij benadrukt dat voldoende rust, slaap en herstel nog belangrijker zijn.4. Kan te veel vitamine C kwaad?Het lichaam scheidt overschotten grotendeels uit via de urine, maar dat betekent niet dat ongelimiteerd slikken zonder risico is. “Hoge doseringen kunnen darmklachten veroorzaken,” zegt Jurgen. “Er wordt ook wel een verband gelegd met nierstenen, maar dat is nog niet overtuigend bewezen.” De dagelijkse aanbevolen hoeveelheid ligt rond de 75 milligram. Wie voldoende fruit en groente eet, komt daar moeiteloos aan zonder supplementen nodig te hebben.5. Heeft extra vitamine C invloed op sportprestaties?Onderzoek laat zien dat langdurig gebruik van hoge doseringen de vitamine C sportprestaties juist negatief kan beïnvloeden. De spieren passen zich dan minder goed aan training aan. Jurgen verklaart dat door het wegvallen van de natuurlijke oxidatieve prikkel die nodig is voor spierherstel. Guido vult aan: “Wie slim traint, goed eet en voldoende rust neemt, haalt meer uit zijn trainingen dan iemand die zijn vertrouwen in supplementen legt.”6. Wat is het advies van Guido voor sporters in de winter?“Eet gevarieerd, slaap goed en luister naar je lichaam,” zegt Guido. Wie merkt dat hij sneller verkouden is of veel buiten...
Podcast: ‘Ik worstel en kom boven’: Slimmer Presteren tijdens de epische Kustmarathon 2025

‘Ik worstel en kom boven’: Slimmer Presteren tijdens de epische Kustmarathon 2025

Dit is de 240e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:‘Ik worstel en kom boven’: Slimmer Presteren tijdens de epische Kustmarathon 2025 INLEIDING:Het is de mooiste én zwaarste van Nederland zeggen de Zeeuwen zelf. De Kustmarathon in Zeeland is sowieso voor echte diehards.Maar toen stak er tijdens de editie van 2025 ook nog een megastorm op, en was het maximaal vloed. Toch durfde een groep Slimmer Presteren luisteraars, samen met Team ZLM, de uitdaging wel aan.Hebben ze het overleefd en hoe kijken ze terug op #dezwaarste editie van #dezwaarste?In de aflevering van deze week blikken Gerrit, Jurgen samen met een aantal deelnemende luisteraars terug op deze unieke race langs de Zeeuwse kust. Wat doe je als de omstandigheden je dwingen tot overleven in plaats van presteren?En wat leer je van een marathon die jou temt, in plaats van andersom? [spoiler!] Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Waarom geldt de Kustmarathon als de zwaarste van Nederland?De Kustmarathon combineert unieke factoren: tien kilometer strand, honderden hoogtemeters in de laatste kilometers en vaak stevige wind vanaf zee. In 2025 kwam daar vloed en storm Amy bij, met windstoten tot kracht negen. Het parcours dwingt lopers tot constante aanpassing in tempo en techniek. Dat maakt de Kustmarathon niet alleen fysiek zwaar, maar ook mentaal uitdagend.2. Wat maakt de omstandigheden van 2025 uitzonderlijk?Tijdens de editie van 2025 viel het moment van vloed precies samen met het strandgedeelte. Daardoor moesten lopers over smalle, drassige stroken zand rennen terwijl de wind van zee vol tegenstond. De storm zorgde bovendien voor schuin lopen op de dijken en zand dat continu tegen het lichaam sloeg. Elke kilometer vroeg concentratie en energie om overeind te blijven.3. Welke invloed had de storm op de spieren en coördinatie?De wind en het mulle zand zorgden voor een voortdurende aanslag op spieren en evenwicht. Door de kuilen, golven en schuine hellingen moesten lopers voortdurend corrigeren. Dat betekende extra spanning op enkels, kuiten en romp, terwijl het tempo lager bleef. Vooral op het strand bleek de coördinatie een grotere uitdaging dan het uithoudingsvermogen.4. Wat leer je van zo’n extreme editie van de Kustmarathon?De grootste les is dat slim presteren niet alleen gaat over snelheid, maar over doseren en aanpassen. In zulke omstandigheden bepaalt de omgeving het tempo. Wie te hard start, betaalt de prijs in het tweede deel. Lopers die hun energie goed verdeelden en mentaal flexibel bleven, kwamen beter door de storm. De marathon winnen begint met luisteren naar de omstandigheden.5. Welke rol speelde samenwerking tijdens deze editie?De samenwerking tussen Team ZLM en de Slimmer Presteren-lopers liet zien hoe belangrijk teamgevoel is in extreme omstandigheden. Vrijwilligers en supporters langs het parcours gaven mentale steun op momenten dat de wind het zwaarst was. Samen afzien hielp om vol te houden waar het individueel bijna onmogelijk leek.6. Wat is de belangrijkste tip voor wie de Kustmarathon 2025 als inspiratie ziet?Respecteer het parcours. Train niet alleen op afstand, maar ook op kracht, balans en variabele ondergrond. Bereid je voor op wisselende weersomstandigheden en leer doseren vanaf de eerste kilometer. De Kustmarathon beloont wie slim traint en verstandig loopt – niet wie zich laat meeslepen door de start.Handige bronnen en links:Al onze terugblikken op eerdere marathons en triatlons:
Podcast: Over slimme sportkleding met hoogleraar Hein Daanen

Over slimme sportkleding met hoogleraar Hein Daanen

Dit is de 239e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Over slimme sportkleding met hoogleraar Hein DaanenINLEIDING:Een slidingbroek die je trainingsbelasting meet. Een bh die je hartslag registreert. Een shirt dat zweet analyseert. Slimme sportkleding klinkt futuristisch, maar onderzoekers werken er vandaag al aan.In de aflevering van deze week schuift hoogleraar Hein Daanen aan om te vertellen wat slimme sportkleding echt kan. Hij legt uit waarom pasvorm allesbepalend is, welke toepassingen kansrijk zijn en waarom je kritisch moet kijken naar de beloftes van fabrikanten.Is slimme kleding de toekomst van sport, of vooral een dure gimmick? Ontdek het in deze aflevering.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat maakt sportkleding eigenlijk slim?Slimme sportkleding bevat sensoren of actuatoren die fysiologische signalen meten en terugkoppelen. Denk aan hartslag, looppatroon of zweetanalyse. Hoogleraar Hein Daanen benadrukt dat kleding hiervoor ideaal is, omdat het de interface vormt tussen lichaam en omgeving. Het gaat dus niet alleen om hightech stoffen, maar vooral om de combinatie van textiel en meetfuncties die waardevolle informatie opleveren voor sporters.2. Waarom is pasvorm zo belangrijk bij slimme kleding?Volgens Hein Daanen is een perfecte pasvorm een randvoorwaarde. Als kleding niet nauw aansluit, meet een sensor vooral lucht of voelt de atleet de feedback niet goed. Daarom wordt steeds vaker 3D-scanning gebruikt om kleding exact op maat te maken. Niet omdat dat kleding slim maakt, maar omdat het de basis legt voor betrouwbare metingen en bruikbare signalen tijdens training of wedstrijd.3. Welke toepassingen van slimme sportkleding zijn er nu al?Voorbeelden zijn sport-bh’s met hartslagmeting, compressiekleding met sensoren voor spieractiviteit, sleeves voor looppatroon en zelfs kleding die zweet analyseert. Er wordt ook geëxperimenteerd met koelmaterialen, zoals petten met smeltende zouten bij de Olympische Spelen van Tokio. Veel producten zijn nog prototypes, maar de mogelijkheden groeien snel. Belangrijk blijft: niet alles wat slim klinkt, heeft ook bewezen effect.4. Wat kan slimme sportkleding concreet bijdragen aan prestaties?Sommige toepassingen leveren harde data, zoals hartslag of bewegingsanalyse, die je training direct verbeteren. Andere spelen meer met beleving. Een koelband kan je frisser laten voelen, ook als de kerntemperatuur niet verandert. Placebo en perceptie kunnen prestaties daadwerkelijk beïnvloeden, al moet je kritisch zijn: hoeveel geld wil je investeren in een effect dat vooral tussen de oren zit?5. Welke uitdagingen zijn er nog voordat slimme kleding doorbreekt?De grootste obstakels zijn praktisch. Elektronica moet tegen wassen en slijtage kunnen, zonder dat kleding zwaar of ongemakkelijk wordt. Ook het geven van intuïtieve feedback via trillingen of signalen staat nog in de kinderschoenen. Daarnaast is de commerciële haalbaarheid lastig: zolang consumenten twijfelen aan nut en betrouwbaarheid, blijft opschalen moeilijk. Hein verwacht dat geleidende inkten en flexibelere elektronica hier in de toekomst verandering in brengen.6. Hoe kan een sporter slim omgaan met deze ontwikkelingen?Wees nieuwsgierig, maar ook kritisch. Vraag je af wat een kledingstuk precies meet, hoe betrouwbaar dat is en of jij er als sporter echt voordeel uit haalt. Voor sommige innovaties geldt dat ze vooral leuk zijn om te proberen, maar pas zinvol worden als ze aansluiten bij je doelen. Zie slimme sportkleding niet als wondermiddel, maar als mogelijke aanvulling op je bestaande trainingsaanpak.Handige...
Podcast: De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?

De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?

Dit is de 238e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?INLEIDING:Iedereen lijkt er heilig van overtuigd: de lange, rustige duurtraining is dé sleutel tot succes. Fitfluencers noemen het zone 2 en ook topsporters hebben er stapels van in hun schema.Maar hoeveel zin heeft die rustige duurtraining echt?Word je er daadwerkelijk beter van, of voelt het vooral alsof je goed bezig bent?In de aflevering van deze week zoeken Gerrit, Jurgen en Guido Vroemen het uit. Waarom zweren topsporters erbij, maar kunnen recreanten er juist niet blind op vertrouwen?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat is het nut van een lange duurtraining voor sporters?Volgens Guido Vroemen vormt de lange duurtraining de basis voor volume zonder dat je lichaam voortdurend overbelast raakt. Het helpt je aerobe capaciteit opbouwen, bevordert herstel en draagt bij aan je uithoudingsvermogen. Voor topsporters die twintig tot dertig uur per week trainen is dit onmisbaar. Voor recreanten is het waardevol, maar vooral als aanvulling op intensieve blokken, niet als hoofdmoot.2. Waarom trainen topsporters pyramidaal in plaats van gepolariseerd?Onderzoek laat zien dat elites het grootste deel van hun trainingen rustig doen, een kleiner deel rond de drempel en een klein percentage hoogintensief. Omdat ze zo veel uren maken, is dat kleine percentage intensief alsnog een flinke hoeveelheid. Een Spaanse studie van 120.000 marathonlopers bevestigt dit beeld: de snelste lopers besteden veel tijd aan rustige duurtraining, maar combineren dit altijd met intensieve sessies.3. Wat zegt de hype rond zone 2 training over sportprestaties?Coach Iñigo San Millán maakte zone 2 populair door zijn werk met Tadej Pogačar. Maar wat vaak vergeten wordt: ook bij Pogačar is zone 2 absoluut nog steeds een flinke inspanning, omdat hij dit vaak vijf uur lang volhoudt. Zijn vermogen, zuurstofverbruik en energieverbranding liggen hoog, de hele fysiologische keten is actief, ook al registreert zijn hartslag de inspanning als relatief laag. Voor recreanten is dat effect veel minder.4. Is zone 2 superieur aan andere trainingszones?Nee. Hoewel rustige duurtraining nuttig is voor basisuithouding, is zone 2 niet superieur aan zone 3. Integendeel, wat intensievere trainingen leveren vaak meer prikkel voor mitochondriën, hart en spieren. Voor wie weinig tijd heeft, zijn interval en tempo effectiever dan lange rustige kilometers. Het is dus belangrijk om de hype te relativeren en te zoeken naar balans.5. Wat zijn veelgemaakte fouten van recreatieve sporters met weinig tijd?Guido benadrukt dat veel recreanten te veel vertrouwen op “lekker rustige” duurloopjes of duurritjes. Die voelen productief, maar geven weinig adaptatie. Als je weinig tijd hebt, moet je juist de intensieve blokken prioriteit geven. Een training overslaan mag niet betekenen dat je interval of tempo laat vallen. Andersom levert een extra rustige duurtraining zelden echte vooruitgang op.6. Wat betekent durability en waarom is het belangrijk?Durability gaat over de mate waarin je prestatievermogen overeind blijft na urenlange belasting. Het draait niet alleen om energie, maar ook om mentale frisheid en blessurebestendigheid. Lange duurtraining kan hieraan bijdragen, omdat je leert efficiënt te blijven presteren ondanks vermoeidheid. In aflevering 234 werd dit onderwerp uitgebreid besproken: veerkracht na twee uur inspanning blijkt cruciaal, zeker bij lange wedstrijden.Handige bronnen en links:Artikel van Jurgen in Sportgericht: moet nog uitkomen. Zal
v. 2025.02.01